Voetspoor Charley Toorop 16

Moluks monument
Locatie: Zeedijk

Perdjlanan kami menbuat kerinduan ke Asal kami
Onze reis doet ons verlangen naar Thuis

‘Perdjalan kami membuat kerinduan ke Asai kami’ (‘Onze reis doet ons verlangen naar huis’) staat er in het Maleis op het monument dat op de Westkappelse dijk herinnert aan de nare ervaringen van de Molukkers die van 1955 tot 1960 in het kamp in Westkapelle woonden. De voormalige KNIL.militairen en hun gezinnen waren niet meer welkom in Indonesië nadat dit land onafhankelijk was geworden. De Nederlandse regering liet de Molukse gezinnen naar Nederland komen. De bedoeling was dat de Molukkers hier tijdelijk zouden blijven en dan terug zouden keren naar hun vaderland. Het liep anders. De Nederlandse regering kwam zijn toezeggingen niet na en nam zelfs maatregelen die de leefomstandigheden van de Molukkers verslechterden. Na invoering van de zelfzorgregel, die voorschreef dat Molukkers in het vervolg voor zichzelf moesten zorgen, ontstonden op diverse plaatsen in Zeeland conflicten. In Westkapelle mondde dat uit in een gewelddadig optreden door de politie.

Steengruis
Om deze geschiedenis in herinnering te houden, maakte beeldend kunstenares Trinette Ledelay uit Middelburg een bronzen gedenksteen. Ze verwerkte steengruis van de voormalige barakken in de letters op de sokkel van het beeld. Het monument kreeg een plaats op de dijk, ter hoogte van de Vroonwegeling. Het werd onthuld op maandag 21 maart 2011, precies 60 jaar nadat de uit Indonesië verdreven Molukkers in Nederland aankwamen. De toenmalige commissaris der koningin, Karla Peijs, verrichtte de onthulling. Die werd onder anderen bijgewoond door de president in ballingschap van de RMS John Wattilete, gedeputeerde Harry van Waveren, de burgemeester van Veere Rob van der Zwaag, en een aantal voormalig kampbewoners.

Onthulling van het Moluks monument door toenmalig commissaris der koningin Karla Peijs.

Muziektheater
Enkele jaren eerder, in 2006, werd bij de overgebleven barak een indringend muziektheaterstuk opgevoerd. In het kader van het Zeeland Nazomerfestival bracht de Moluks.Nederlandse Theatergroep Delta met Nel Lekatompessy ‘De Vrouwen van Kamp Westkapelle’. In deze voorstelling, waarin ook een belangrijke rol was weggelegd voor Molukse muziek, haalde een Molukse vrouw herinneringen op aan haar kindertijd in het kamp.

Verhaal Molukkerkamp Westkapelle
In 1951 arriveerden Molukse gezinnen in Zeeland. Zij werden opgevangen in barakkenkampen, onder andere in Westkapelle. Na tien jaar had de Nederlandse regering haar eerdere beloften nog niet kunnen inlossen. De Molukkers kwamen in opstand. De politie trad hard op. Daarbij vielen in Westkapelle negen gewonden.

Militaire vluchtelingen
In 1951 werden 13.000 Molukse KNIL.militairen vanuit Indonesië naar Nederland gehaald. De nationalisten van Soekarno betichtten hen van collaboratie. Tijdens de onafhankelijkheidsstrijd hadden ze de zijde van Nederland gekozen. Nederland beloofde de Molukse soldaten een eigen vrije staat, tijdelijk onderdak en behoud van werk. Maar in Nederland bestond een overschot aan militairen. Daarom werden de Molukkers uit hun militaire functie gezet en massaal in kampen geplaatst.

Het kamp in Westkapelle omstreeks 1960. (Zeeuwse Bibliotheek, Beeldbank Zeeland, foto J. Midavaine)

PNMS
In Zeeland werden de Molukkers vooral ondergebracht in kampen op Walcheren, Schouwen, Zeeuws-Vlaanderen en Zuid-Beveland. Bewoners van die kampen zetten de nationalistische Partai Nasionalis Maluku Selatan (PNMS) op. Doel van de PNMS was terugkeer naar Ceram. Op dit eiland werd nog verzet geboden tegen de Indonesische overheersing.

Een van de kampen op Walcheren bevond zich in Westkapelle. Daar zaten veel PNMS leden. Na invoering van de zogenaamde zelfverzorgingsregel ontstond daar een gespannen situatie. De maatregel hield in dat de overheid de Molukkers niet langer van voedsel voorzag. Ze moesten zelf voor de kost gaan zorgen. Daarnaast moesten ze 60 procent van hun inkomen afstaan om hun huisvesting terug te betalen. De regering besloot de gaarkeukens te sluiten.
In de wooneenheid binnen de kampen kwam een keuken. Op 31 december 1955 werden in Woonoord I in Middelburg alle in aanbouw zijnde keukens onklaar gemaakt. Twintig verdachte mannen uit het kamp werden opgepakt. Het probleem escaleerde met de diefstal van enkele kippen. Het was toen juli/augustus 1956.

Schietincident
De politie wist de buit, althans het deel dat nog niet was opgegeten, terug te krijgen. In Westkapelle echter vonden op dezelfde dag diefstallen plaats bij 4 winkeliers. De 28 ‘dieven’ namen hun boodschappen mee met de mededeling dat de regering wel zou betalen. De Harde Bijstand werd opgeroepen om het kamp te bewaken en toe te zien op de uitvoering van de noodverordening. Niemand mocht het kamp tussen 21.00 en 06.00 uur in of uit.
Toen twee Molukkers het kamp fietsend wilden verlaten, ging het mis. Ze reden tegen de politiemensen aan. Een schermutseling volgde. Daarbij schoot wachtmeester Joos Stroo ‘op de benen’ van de opdringende Molukkers. De autoriteiten deden luchtig over de afloop van het incident. En dat terwijl de Molukker Lewerisse was getroffen door een kogel, waardoor hij aan zijn linkeroog blind was geraakt.

Opsluiting
Bovenal waren de Molukkers diep gekrenkt over de manier waarop ze werden behandeld terwijl ze Nederland jarenlang trouw hadden gediend. Eerst hadden ze als militair de oorlog overleefd en nu werden ze door diezelfde overheid neergeschoten. De officiële rapporten over de zaak spraken elkaar tegen. Zo waren er meer gewonden dan dat er kogels zouden zijn afgevuurd! Ambonese getuigen meldden dat niet alleen agent Stroo had geschoten, maar dat er ook vanuit andere richtingen schoten waren gelost. Er vielen 9 gewonden. Allen die zich schuldig hadden gemaakt aan de ‘diefstal’ of ’s avonds bij de actie betrokken waren, kregen 4 maanden cel. Na hun terugkeer werd rond het kamp een prikkeldraadversperring aangebracht. Ook kwam er een lichtinstallatie die het hele complex ’s avonds in een hel licht zette, zodat niemand ongezien weg kon komen.

Na de onlusten werd het kamp bij Westkapelle voorzien van prikkeldraad en felle verlichting. (Zeeuwse Bibliotheek, Beeldbank
Zeeland, fotoarchief PZC, 17 januari 1957)

Voedselpakketten
Dankzij giften van de dorpsbewoners, die het kamp werden binnengesmokkeld, kregen de vrouwen en kinderen toch genoeg te eten. Burgemeester Tydeman schaarde zich achter de zelfverzorgingsregel. Hij liet in augustus 1956 enkele mensen overplaatsen van wie hij ‘problemen’ verwachtte.

Uiteindelijk stemde een groot deel van de Molukkers alsnog in met de overheidseisen. Wellicht waren zij het strijden moe. Molukse kringen stonden zeer ambivalent tegenover de Nederlandse overheid.

In de jaren zeventig van de 20ste eeuw zou de overheidspolitiek zich alsnog wreken. Het overheidsstandpunt en de politieke opstelling van hun ouders vond bij de tweede generatie Molukkers geen genade. Zij streefden naar een onafhankelijk Ambon en zetten dit kracht bij met treinkapingen en de gewelddadige bezetting van een lagere school in Drenthe.

In de jaren zestig trokken de Molukkers uit de kampen weg, vaak naar woonwijken. Molukse woonwijken zijn er nu nog in Oost-Souburg en Middelburg. In de jaren zestig kwam het in het uitgaansleven nog tot enkele relletjes. De Molukse jongens hadden namelijk een grote aantrekkingskracht op de Walcherse meiden. En de plattelandsjeugd pikte dat niet altijd. Geleidelijk zijn de Molukkers volledig geassimileerd. Waarschijnlijk vinden we de achternaam Lilipaly over een eeuw even Zeeuws als Geschiere.

Barak van het voormalige kamp Westkapelle. (Zeeuwse Bibliotheek, Beeldbank Zeeland, foto I. Lamain)

Literatuur
Hans Sakkers, Ambonezenkamp Westkapelle 1956.1957, reactie van Nederlands gezag op Moluks idealisme, Koudekerke 2004.

Bronnen o.a.: Redactie Zeeuwse Ankers