Voetspoor Charley Toorop 2

Kunstwerk “Ode aan Charley Toorop”
Locatie: Zeedijk


Het kunstwerk is ontworpen door Gijs Assmann (1966) ter herinnering aan het veelvuldig verblijf van Charley Toorop (1891-1955) in Westkapelle gedurende de periode 1924-1955.
Beschrijving beeld: we zien palen waaraan kleding hangt, we zien een hoedje, een mutsje, schoentjes, een palet met penseel, een mand. Het beeld verbindt zo verschillende kledingstijlen, mondaine damesmode uit de periode tussen de twee Wereldoorlogen en de traditionele klederdracht uit Westkapelle. Dit is een verwijzing naar de band die de mondaine Charley Toorop had met de eenvoudige bevolking van Westkapelle, maar ook een verwijzing naar de vrijheid van het naakte zwemmen (de kleding hangt aan de palen), haar passie en noodzaak om te schilderen (palet met penseel) en de ontspanning die ze in Westkapelle ervaart (mand om mee te nemen op wandelingen in de natuur). Het kunstwerk is in de eerste plaats een ode aan Charley Toorop zelf, maar kan ook opgevat worden als een ode aan de plek die Charley zoveel inspiratie bood, Westkapelle als de plek “waar het leven nog ECHT was”, op de dijk met het zilverige Zeeuwse licht.

Charley en Westkapelle

Charley Toorop werd in 1891 in Katwijk geboren. Zij was de dochter van de beroemde schilder Jan Toorop (1858-1928). Hij was een zeer veelzijdig kunstenaar en nam aan tentoonstellingen deel in heel Europa. Aan het eind van de 19e eeuw ontwikkelde het Zeeuwse plaatsje Domburg zich tot een mondaine badplaats. Jan Toorop was vermoedelijk voor het eerst in 1897 in de omgeving van Domburg. Hij was zeer gecharmeerd van het ‘Zeeuwse licht’ en besloot vanaf 1898 jaarlijks in de zomermaanden naar Domburg te reizen om te werken. Zo maakte zijn dochter Charley als klein meisje al kennis met Walcheren.
Samen met haar vader dwaalde ze langs strand en duin met potlood en schetsboek. Hier maakte ze haar eerste schilderijtjes en werd haar belangstelling voor de schilderkunst gewekt. In 1911 liet Jan Toorop een tentoonstellingsgebouwtje neerzetten onderaan het duin en dat was het begin van de jaarlijkse Domburgse zomertentoonstellingen, die tot 1921 georganiseerd werden. Zijn dochter Charley mocht ook mee doen. In die tijd was Charley nog aan het zoeken naar een eigen vorm en stijl. Ze had grote bewondering voor de schilder Vincent van Gogh en bracht de zomer van 1922 door in de armoedige Waalse mijnstreek de Borinage, waar Van Gogh eerder had gewoond. Daar ontdekte Charley wat ze wilde met haar schilderkunst: eenvoudige, hardwerkende mensen schilderen, waarbij stijl en onderwerp zouden samenvallen.
In 1924 bracht ze opnieuw de zomer op Walcheren door, echter niet in het mondaine Domburg. Ze ging naar het nabijgelegen Westkapelle, een dorp van boeren en dijkwerkers, dat nog niet door het toerisme was aangetast. Daar was het leven nog ‘echt’ en ‘zuiver’; daar waren de mensen nog met elkaar en de aarde verbonden, aldus Charley.

Vier Walcherse figuren in interieur plm. 1929 (Westkapelle) lithografie (17 x 27)
Drie Walcherse figuren in interieur plm. 1929 (Westkapelle) Lithografie (16 x 26)
Boer in herberg, Westkapelle (1931) Lithografie (21 x 18)

Ze vond logies in hotel ‘De Valk’, een eenvoudige dorpsherberg. Daar voelde ze zich thuis en vrij, mede door de vriendschap die ontstond met de eigenaresse Miene van Mill-Verhulst. De
voorraadschuur van de herberg diende als haar atelier. ‘s Avonds dronk ze samen met de mannen aan de toog een borreltje en daar zocht ze ook haar modellen uit. Zo ontstonden haar opvallende, krachtige, schilderijen die door hun vitaliteit nu nog steeds veel mensen aanspreken, o.a. Boerengezin (1927), Muzikanten en dansende boeren (1927), Boeren (1930), Aan de toog (1933), Oude boer(1939).
Deze tijd was een zeer vruchtbare periode in haar schildersleven. Westkapelle en zijn inwoners
inspireerden haar tot het maken van talrijke schilderijen, tekeningen en etsen die tot een hoogtepunt in haar oeuvre mogen worden gerekend. Omgekeerd maakte zij door deze werken Westkapelle en Walcheren in binnen en buitenland bekend bij een breed publiek.
Tijdens de oorlog kon er moeilijk naar Zeeland gereisd worden, maar na de oorlog zou ze weer naar Westkapelle terugkeren. Het oude dorp vond ze er niet meer. Door de bombardementen op de zeedijk in oktober 1944 was het hele dorp verwoest en daarmee ook hotel ‘De Valk’. Tijdens de wederopbouw ontstond een heel nieuw dorp.
Toch bleef Charley Toorop tot aan haar dood in 1955 jaarlijks naar Westkapelle komen. De oude voorraadschuur was er niet meer om te werken, maar ze vond een nieuw atelier in een schuur aan de Kloosterstraat. Daar schilderde ze voornamelijk stillevens. Ook verbleef ze vaak in het oude stadje Veere en speelde zelfs met de gedachte er permanent te gaan wonen. Zover is het echter nooit gekomen. Enkele maanden voor haar dood op 5 november 1955 bracht ze nog een bezoek aan
Westkapelle. Het zou een afscheid voor eeuwig worden.

Straatje in Westkapelle, 1931
Lithografie (38 x 23)

Charley Toorop aan het werk in De Valk getiteld “Oude Boer”. Plm. 1940.
Foto Eva Besnyö